Naast DHA is ook AA belangrijk in zuigelingenvoeding

15 Mar 2019

In de nieuwe EU-regelgeving is alleen het toevoegen van docosahexaeenzuur (DHA) aan zuigelingenvoeding en opvolgmelk verplicht gesteld. Het toevoegen van arachidonzuur (AA) is optioneel. Franse deskundigen van onder meer de Universiteit van Sorbonne uiten hun bezorgdheid hierover in een review.

Zij vragen zich af of zuigelingenvoeding en opvolgmelk met alleen DHA en zonder AA wel veilig en geschikt zijn voor de groei en ontwikkeling van baby’s. Zowel DHA als AA zitten immers in moedermelk en beide langeketenvetzuren (LCPUFA’s) spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van zuigelingen. Zij adviseren zekerheidshalve om naast DHA ook AA toe te voegen aan zuigelingenvoeding en opvolgmelk.

Vanaf 22 februari 2020 moet DHA verplicht worden toegevoegd aan alle zuigelingenvoeding en opvolgmelk in een hoeveelheid van 20-50 mg per 100 kcal (0,5-1% van de vetzuren). Dat is vastgelegd in de nieuwe EU-regelgeving, die gebaseerd is op adviezen van de European Food Society Authority (EFSA). Het toevoegen van AA is optioneel. Volgens EFSA is er namelijk geen wetenschappelijke onderbouwing uit gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s) voor een gunstig effect van AA op groei, hersenontwikkeling of gezichtsvermogen. Toch vinden de Franse auteurs dat AA ook aan flesvoeding moet worden toegevoegd. Ze voeren daarbij 4 redenen aan, gebaseerd op observationeel onderzoek.

Reden 1: Moedermelk bevat zowel DHA als AA

De samenstelling van borstvoeding vormt de gouden standaard voor de samenstelling van zuigelingenvoeding. Borstvoedingsmonsters van over de hele wereld bevatten zowel DHA als AA. Het gehalte aan AA is zelfs hoger dan van DHA: de verhouding tussen AA en DHA kan oplopen tot 2:1. Gemiddeld bestaan de vetzuren in borstvoeding voor 0,37% uit DHA en voor 0,55% uit AA.

 

Reden 2: Zowel DHA als AA spelen een belangrijke rol in het lichaam

DHA is een belangrijke bouwstof van de hersenen en het netvlies van het oog. AA zit ook wel in de hersenen, maar is vooral het belangrijkste vetzuur in het hart, de bloedvaten, de spieren, de nieren en de lever. Ook is het een belangrijke bouwstof van T-lymfocyten. Verder is AA nodig voor de vorming van bepaalde eicosanoïden die een belangrijke rol spelen in het vroege leven. Zo zijn deze weefselhormonen betrokken bij de ontwikkeling van het immuunsysteem en stimuleren ze de ontwikkeling van orale tolerantie. AA heeft dus een immuunregulerende rol en zou volgens de auteurs zelfs betrokken kunnen zijn bij de preventie van allergie, al zijn er nog geen klinische studies uitgevoerd om dat laatste aan te tonen.

 

Reden 3: Baby’s kunnen zelf niet voldoende AA maken

DHA en AA zijn LCPUFA’s die het menselijk lichaam, ook dat van baby’s, in kleine hoeveelheden zelf kan maken. Hiervoor zijn de essentiële vetzuren alfalinoleenzuur en linolzuur nodig. DHA is een omega-3 vetzuur, dat gevormd kan worden uit alfalinoleenzuur. Uit linolzuur kan het omega-6 vetzuur AA gevormd worden. Voor de vorming van DHA en AA zijn dezelfde enzymen nodig. Deze enzymen hebben een voorkeur voor de vorming van AA boven DHA. Dat betekent dat het lichaam AA in verhouding iets makkelijker aanmaakt dan DHA. Toch is de lichaamseigen productie van zowel DHA als AA volgens de deskundigen bij zuigelingen onvoldoende om te voorzien in de behoefte. Om de bloedwaarden van borstgevoede baby’s te evenaren is niet alleen het toevoegen van DHA aan zuigelingenvoeding nodig, maar ook van AA.

 

Reden 4: Een goede verhouding tussen AA en DHA is belangrijk

In de meeste onderzoeken naar het effect van zuigelingenvoeding op de groei en ontwikkeling van kinderen zijn zowel DHA als AA toegevoegd. Beide LCPUFA’s zijn volgens de deskundigen nodig om de groei, ontwikkeling en LCPUFA-status van borstgevoede zuigelingen te evenaren. Nu is het wettelijk alleen verplicht om DHA toe te voegen aan zuigelingenvoeding in een dosering (0,5-1%) die zelfs nog hoger is dan het gemiddelde gehalte in borstvoeding (0,37%). De deskundigen maken zich zorgen over flesvoeding waarin wel een relatief hoge dosering DHA zit, maar geen AA. Volgens hen is er geen onderzoek, waaruit blijkt dat zo’n flesvoeding veilig en voedingskundig geschikt is voor zuigelingen. Tot die tijd pleiten ze met klem om veiligheidshalve voor zuigelingenvoeding te kiezen die niet alleen DHA, maar ook AA bevat.

Tounian P et al (2021) ARA or no ARA in infant formulae, that is the question. Arch Pediatr 28(1):69-74