Toevoegen van synbiotica aan voeding op basis van vrije aminozuren gunstig bij koemelkallergie
19 Jun 2019
Het toevoegen van synbiotica aan voeding op basis van vrije aminozuren blijkt veilig en geschikt voor kinderen met koemelkallergie. Lengte, gewicht en hoofdomvang van de baby’s nemen bij deze voeding toe volgens de groeicurves van de WHO. De toevoeging van synbiotica lijkt verder gunstig voor de ontwikkeling van het darmmicrobioom. Dat blijkt uit een gerandomiseerd klinisch onderzoek onder 110 baby’s jonger dan 8 maanden.
Als kinderen met koemelkallergie gehydrolyseerde flesvoeding niet verdragen, is flesvoeding op basis van vrije aminozuren een optie. Deze voeding is in eerdere studies veilig bevonden, maar bevat standaard geen pre- of probiotica. Pre- en probiotica zijn mogelijk gunstig om allergieën op lange termijn tegen te gaan. Omdat er bij kinderen met koemelkallergie sprake is van een andere ontwikkeling van het darmmicrobioom, zouden synbiotica een rol kunnen spelen bij het verloop van de allergie. In deze gerandomiseerde klinische studie bekeken de onderzoekers of toevoeging van synbiotica aan voeding op basis van vrije aminozuren ook veilig is voor kinderen met koemelkallergie en of het effect heeft op de allergische symptomen en het darmmicrobioom.
Goede groei en tolerantie
In de studie kregen 54 zuigelingen de voeding op basis van vrije aminozuren met synbiotica en 56 kinderen in de controlegroep kregen dezelfde voeding zonder synbiotica. De groei van alle kinderen volgde in de 16 weken durende studie de groeicurves van de WHO. De ernst van de allergische symptomen nam bij alle kinderen af, waarbij er geen verschil was tussen de groepen. Beide voedingen werden goed getolereerd.
Verschillen in consistentie en infectie
De kinderen die de voeding met synbiotica kregen, gebruikten minder vaak medicatie voor gastro-intestinale klachten dan de kinderen in de controlegroep. Wel hadden ze vaker last van milde tot matige diarree dan de kinderen in de controlegroep (22 procent ten opzichte van 4 procent in de controlegroep), hoewel dit bij 8 van de 12 kinderen volgens de onderzoekers waarschijnlijk geen relatie met de flesvoeding had. In de synbioticagroep hadden minder kinderen een infectie dan in de controlegroep (2 procent ten opzichte van 18%).
Darmbacteriën
Bij het testen van de ontlasting na 4 en 16 weken bleek dat kinderen in de synbioticagroep significant meer ‘gunstige’ bifidobacteriën in de darmen hadden dan de controlegroep en minder van de ‘ongunstige’ bacteriën Clostridium histolyticum en Clostridium coccoides. Daarnaast was de zuurgraad significant lager in de synbioticagroep dan in de controlegroep. Deze bevindingen komen overeen met resultaten uit andere studies naar de toevoeging van synbiotica aan standaard of gehydrolyseerde flesvoeding. De veranderingen in het darmmicrobioom wijzen erop dat de toevoeging van synbiotica aan de voeding positief is voor de ontwikkeling van het darmmicrobioom, met mogelijk langetermijnvoordelen op de allergie.