Kritische eters: een veelvoorkomende uitdaging in de peuterfase
Veel ouders herkennen het moment waarop hun peuter plotseling weigert om iets te eten wat gisteren nog favoriet was. Dit gedrag valt onder de noemer kritisch eten – een overkoepelende term voor verschillende eetkenmerken die door ouders of verzorgers worden waargenomen. Ook wel bekend als kieskeurig, grillig of moeilijk eetgedrag, komt dit fenomeen veel voor in de vroege kinderjaren.1,2
Wat is kritisch eten precies?
Kritisch eten wordt gekenmerkt door een onwil om bekende voedingsmiddelen te eten of om nieuwe voedingsmiddelen te proberen. Peuters met dit gedrag vertonen vaak sterke voorkeuren voor bepaalde smaken, texturen of producten. Het spectrum is breed: van een matig selectieve eter met een beperkte eetlust tot kinderen die extreem selectief zijn of zelfs angstig reageren op eten.1,2
De piekincidentie van kritisch eetgedrag ligt rond de leeftijd van drie jaar.3 In Nederland komt dit eetgedrag voor bij ongeveer 18% van de kinderen tussen 1,5 en 5 jaar.1,2 Binnen deze groep vertoont 20% een afwijkende groeicurve. De overige kinderen eten weliswaar kritisch, maar groeien volgens verwachting.2,4
Wat zijn de oorzaken?
De oorzaken van kritisch eten zijn divers en vaak een combinatie van meerdere factoren6-13:
- Kind-gerelateerde factoren
- Korte duur van borstvoeding
- Late introductie van vaste voeding
- Slechte of vertraagde ontwikkeling van textuuracceptatie
- Verzorger-gerelateerde factoren
- Opvoedstijl (bijvoorbeeld overmatig controlerend of juist te toegeeflijk)
- Eetgewoonten van ouders (zoals weinig variatie of negatieve houding tegenover bepaalde voedingsmiddelen)
- Relatie tussen verzorger en kind
- Ongepaste voedingsstrategieën zoals dwang, straf of beloning
- Verwaarlozing of sociale problemen binnen het gezin"
10 onderbouwde tips bij kritisch eten14:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
Kritisch eetgedrag is dus normaal, maar vraagt om begrip, geduld en ondersteuning. Door een positieve en consistente aanpak kunnen ouders bijdragen aan het ontwikkelen van gezonde eetgewoonten die een leven lang meegaan.
Referenties: 1. Taylor, C.M. et al. (2015). Appetite, 95, 349-359. 2. Samuel, T.M. et al. (2018). Nutrients,10(12). doi:10.3390/nu10121992. 3. Taylor, C.M. et al. (2015). Appetite, 95, 349-359. 4. Ekstein S. Clin Pediatr, 2010. 5. Moms of children (1+) with faltering & normal growth; n=1788, Quant Study – Fiftyfive5. 6. De Barse L. et al. Appetite. 207;114:374-381. 7. Schwartz C. et al. Appetite. 2011;57(3):796-807. 8. Emmett P. et al. Appetite. 2018;130:163-173. 9. Smith A. et al. Journal of Child Psychology and Psychiatry. 2017;58(2):189-196. 10. Shloim N. et al. Frontieres in Psychology. 2015;6. 11. Gregory J. et al. Appetite. 2010;54(3):550-556. 12. De Barse L. et al. Archives of Disease in Childhood. 206;101(6):533-538. 13. Gregory J. et al. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity. 2010;7:55. 14. www.voedingscentrum.nl