Onderwerpen in dit artikel:
Moeders die geen borstvoeding (meer) konden geven, maakten aan het einde van de 19e eeuw nog gebruik van een voedster of min. Ze huurden andere moeders in om ook hun kind de borst te geven. Als een voedster (of min) te duur was of niet mogelijk, kreeg een baby gewone koemelk, al dan niet verdund met water. Koemelk wijkt qua samenstelling echter erg sterk af van moedermelk en werd bovendien in die tijd nog niet gepasteuriseerd. Mede hierdoor stierf in die tijd 1 op de 5 baby's voor het eerste levensjaar.
Johannes en Martinus zochten contact met professor Backhaus en hij verleende aan de broers de rechten om de eerste flesvoeding te produceren. In 1901 kreeg het bedrijf de naam Nutricia. Het werd al snel populair als "De min van Nederland".
Voortbordurend op dit succes ontwikkelde en ontwikkelt Nutricia tot op heden babyvoeding en medische voedingen voor mensen van jong tot oud. Voeding op maat voor mensen die om de een of andere reden een aangepaste voeding nodig hebben.
1906 Nutricia gaat meer leveren
Door de unieke combinatie van medische knowhow en kennis over zuivel ging Nutricia zich ook bezighouden met andere innovaties. Zo ontwikkelde men een "suikervrije"(lactosearme) melk voor diabetespatiënten en het eerste voedingsproduct voor mensen met struma (een schildklieraandoening, vaak door tekort aan jodium in de voeding). Dit waren de eerste medische voedingsproducten op de Nederlandse markt.
1956 Medische voeding
Eerste voeding voor patiënten met fenylketonurie (PKU)