Onderwerpen in dit artikel:

Moedermelk is de beste voeding voor elk kind, ook na 6 maanden. Moedermelk verandert van samenstelling en past zich aan aan de behoefte van het kind. De samenstelling van moedermelk na 6 maanden is anders dan de samenstelling na de geboorte. Het is dan ook logisch dat de samenstelling van opvolgmelk is aangepast.

De richtlijn Voeding en Eetgedrag van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ) adviseert dan ook opvolgmelk vanaf 6 maanden voor kinderen die geen moedermelk krijgen. “Vanwege het uitputten van de bij de geboorte meegekregen lichaamsvoorraad ijzer hebben kinderen vanaf de zesde maand meer ijzer nodig. Koemelk bevat weinig ijzer. Opvolgmelk bevat toegevoegd ijzer, minder eiwit en natrium en verdient daarom de voorkeur voor kinderen die kunstvoeding krijgen vanaf de leeftijd van zes tot twaalf maanden.” Wanneer er geen borstvoeding (meer) wordt gegeven is vanaf 6 maanden opvolgmelk dus het logische vervolg.


Goed om te weten: 5 belangrijke feiten over opvolgmelk

Feit 1: Samenstelling van opvolgmelk is wettelijk vastgesteld

Europese wetgeving schrijft voor – net zoals bij volledige zuigelingenvoeding - wat er minimaal in opvolgmelk moet zitten. De hoeveelheden energie, macronutriënten en micronutriënten liggen vast. Ze moeten vallen binnen de marges die de Europese unie heeft opgesteld. Dit geldt voor elke producent van opvolgmelk.

Bekijk hier de verplichte samenstelling van opvolgmelk.

Feit 2: Een belangrijk verschil tussen opvolgmelk en volledige zuigelingenvoeding is het ijzergehalte

Als u de cijfers uit de bovenstaande tabel vergelijkt met de samenstelling van volledige zuigelingenvoeding dan ziet u dat een belangrijk verschil het ijzergehalte is. IJzer is een belangrijke voedingsstof voor een kind. IJzer draagt bij tot de normale vorming van rode bloedcellen en hemoglobine. Verder ondersteunt het een normale cognitieve functie en draagt het bij aan het normale functioneren van het immuunsysteem1.

Dat er verschil in ijzergehalte zit tussen volledige zuigelingenvoeding en opvolgmelk is niet voor niets. Vanaf de geboorte tot de leeftijd van 6 maanden heeft een kind voldoende ijzervoorraad van de moeder meegekregen om in de ijzerbehoefte te voldoen. Maar daarna is aanvulling met ijzer vanuit de voeding van groot belang om ijzerdeficiëntie te voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat door het geven van opvolgmelk met voldoende ijzer een ijzertekort voorkomen kan worden. Opvolgmelk levert die aanvulling.

Feit 3: Opvolgmelk is afgestemd op de behoefte na 6 maanden

De voedingsstoffen in opvolgmelk zijn afgestemd op de behoefte van het kind en de inname van vaste voeding naast flesvoeding. Dat geldt voor het eerder genoemde ijzer maar bijvoorbeeld ook voor DHA en AA. Bovendien is het energiegehalte van opvolgmelk afgestemd op de lagere behoefte van de baby aan calorieën uit melkvoeding: deze krijgt immers steeds meer energie uit vaste voeding.

DHA en AA
DHA (docosahexaeenzuur) en AA (arachidonzuur) spelen een rol bij de visuele, cognitieve en psychomotorische ontwikkeling van kinderen. De concentratie van AA is net als van DHA hoog in het hersenweefsel en neemt in de eerste levensjaren sterk toe. Een volwassenen kan AA zelf aanmaken in het lichaam maar bij baby’s gebeurt dit nog onvoldoende. Moedermelk bevat DHA en AA, idealiter in de verhouding 1:1. DHA is in 2020 verplicht gesteld in flesvoeding en opvolgmelk, AA niet maar Nutrilon voegt al jaren AA toe aan haar flesvoedingen. Omdat het lichaam op den duur wel zelf AA kan maken en het inneemt via bijvoeding wordt de behoefte aan AA via de voeding na de leeftijd van 6 maanden lager. Nutrilon Opvolgmelk bevat daarom wat minder AA dan er in Nutrilon volledige zuigelingenvoeding zit.

Het belang van AA
Uit onderzoek blijkt dat de inname van AA door jonge kinderen vanaf 6 maanden gemiddeld 65 mg per dag is2. Het grootste deel hiervan wordt geleverd door moedermelk. In een position paper van de European Academy of Peaditrics wordt opgemerkt dat de inname van AA bij kinderen dus veel lager lijkt dan nodig is en dat een juiste inname waarschijnlijk niet gehaald kan worden zonder moedermelk of opvolgmelk die AA bevat2.

Pre- en postbiotica
Pre- en postbiotica zitten in moedermelk. Deze vezels en bioactieve stoffen hebben, als deze worden toegevoegd aan opvolgmelk, een positief effect op de consistentie van de ontlasting6. Deze is zachter en lijkt meer op de ontlasting van borstgevoede zuigelingen. Verder zijn gunstige effecten gevonden op de darmmicrobiota en de ontwikkeling van het immuunsysteem die zich in de eerste 3 levensjaren voltrekt. De omstandigheden in de darmen en de samenstelling en het functioneren van de darmmicrobiota lijken meer op die van borstgevoede zuigelingen bij gebruik van flesvoeding met pre- en postbiotica3-6.

Feit 4: Ook na 6 maanden legt de voeding van een kind een belangrijke basis voor de gezondheid op volwassen leeftijd

De eerste 1000 dagen bestaan uit de zwangerschap tot de 2e verjaardag van een kind. Deze dagen bieden een unieke kans een goede basis te leggen voor de gezondheid van een kind. Voor nu, maar ook voor later. Goed eten tijdens de eerste 1000 dagen kan een positief effect hebben op de gezondheid op de langere termijn. Daarom is het in deze periode voor een kind zo belangrijk om goed te eten en om gezonde eetgewoontes aan te leren. Met borstvoeding wordt een belangrijke basis gelegd, ook na 6 maanden. Als een baby geen borstvoeding (meer) krijgt, biedt flesvoeding uitkomst.

Net als bij volledige zuigelingenvoeding geldt ook bij opvolgmelk dat niet alleen wettelijk is bepaald wat erin MOET zitten maar ook wat erin MAG zitten. Onderzoek onthult steeds meer effectieve ingrediënten van moedermelk. De Europese wetgeving staat toe dat deze wetenschappelijk onderbouwde ingrediënten worden toegevoegd aan opvolgmelk. Denk hierbij aan prebiotische vezels, postbiotica en arachidonzuur (AA). Juist die laatste ingrediënten maken het verschil tussen merken opvolgmelk.

Feit 5: Opvolgmelk van Nutrilon is te herkennen aan de nummers op de verpakking

Opvolgmelk verschilt van volledige zuigelingenvoeding voor jonge baby’s. Voor ouders is het belangrijk te weten dat ze de juiste voeding voor hun kind kopen. Daarom hanteert Nutrilon nummers op de verpakking om het verschil duidelijk te maken.

  • 2: opvolgmelk geschikt voor kinderen van 6-12 maanden
  • 3: opvolgmelk geschikt voor kinderen van 10-12 maanden
  • 4: dreumesmelk voor kinderen van 12-24 maanden
  • 5: peutermelk voor kinderen van 24-36 maanden

Ouders kunnen in de overgang van het ene naar het andere nummer een reeds aangebroken verpakking eerst opmaken. Een kind krijgt niet direct een tekort aan bepaalde voedingsstoffen als nog enkele dagen of een week de voeding met een “te laag” nummer gebruikt.

Referenties

  1. Yadav D et al (2011) Iron deficiency: beyond anemia. Indian J Pediatr. 78.
  2. Koletzko B et al (2020) Should formula for infants provide arachidonic acid along with DHA? A position paper of the European Academy of Paediatrics and the Child Health Foundation. Am J Clin Nutr 111:10-16
  3. Huet F et al (2016). Partly fermented infant formulae with specific oligosaccharides support adequate infant growth and are well-tolerated. J Pediatr Gastroenterol Nutr 63(4):e43-53.
  4. Campeotto F et al (2016) A fermented formula in pre-term infants: clinical tolerance, gut microbiota, down-regulation of faecal calprotectin and up-regulation of faecal secretory IgA. Br J Nutr 105(12):1843-51
  5. Tims S et al (2018) Gut microbiota composition modulation by partly fermented infant formulae supplemented with prebiotics scGOS/lcFOS. J Pediatr Gastroenterol Nutr 66:884-5
  6. Rodriguez-Herrera A et al (2019) Gastrointestinal Tolerance, Growth and Safety of a Partly Fermented Formula with Specific Prebiotics in Healthy Infants: A Double-Blind, Randomized, Controlled Trial. Nutrients 11(7), 1530.

Lees meer